Wat deugt er niet aan windenergie
Van meerdere kanten wordt beweerd, dat windenergie, vooral elektriciteit uit wind op zee, binnenkort goedkoper zou worden dan elektriciteit uit fossiel of kernenergie en dat ook nog zonder subsidie.
Maar windturbines produceren namelijk alleen elektriciteit als het voldoende waait en hebben dan voorrang op het net. Volgens ervaringscijfers hebben windmolens op land een productiecapaciteit van slechts 21%. Gedurende de overige 79% is er back-up nodig van vooral gascentrales.
Een gascentrale kan daarentegen elektriciteit wel continu leveren, ook als het niet waait. Die centrale kan bovendien bij- en afregelen naarmate de vraag naar elektriciteit bij de gebruikers varieert. Dat doet die windmolen niet, die levert evenals een zonnepark, aanbod gestuurde elektriciteit. De centrales moeten daarbij de fluctuaties van de elektriciteit snel compenseren en daardoor moeten ze continu stand-by staan omdat de wind plotseling kan wegvallen of de wind over kan gaan in harde storm, waardoor de windturbines plotseling stil gezet worden. Dat regelen en stand-by staan is de reden dat zo’n centrale veel minder efficiënt draait met veel lager rendement (ca 20% i.p.v. 50-60% bij vollast) en dat brengt voor die centrales veel extra kosten met zich mee. Die kosten moeten natuurlijk wel worden opgebracht en zitten daarom versleuteld in de elektriciteitsprijs voor de burger.
Die kosten zouden eigenlijk moeten worden toegerekend aan de beheerders/eigenaren van windturbines. Door de stand-by draaiuren met lage rendementen worden namelijk aanzienlijke extra hoeveelheden CO2 uitgestoten, die niet op rekening komen van de windenergie.