Zonne-energie algemeen

Zonne-energie maakt wereldwijd een flinke groei door, zo ook in Nederland. Het totale vermogen aan zonne- energie is de afgelopen jaren sterk gestegen en groeide in 2018 met 52%2. Met name het vermogen aan zonne- energie zal naar verwachting, onder andere door de afspraken uit het Klimaatakkoord (35 TWh opwek duurzame elektriciteit op land in 2030), fors groeien richting 2030. Dit blijkt ook uit een scan van de gepubliceerde concept- RES-sen. Inpassing van grootschalige energie uit zon- en wind op land is daarvoor nodig.

Het ontwikkelen van zonne- (en wind-) energie is van cruciaal belang voor de ontwikkeling van een duurzame energievoorziening. Om investeringen in duurzame opwek te stimuleren is de SDE+ subsidie in het leven geroepen. Achterliggende gedachte hierbij is dat de verduurzaming van de elektriciteitsvoorziening hierdoor tegen zo laag mogelijk nationale kosten gerealiseerd wordt.

Het Planbureau voor de leefomgeving (PBL) onderscheidt drie typen zon-pv projecten, elk met een ander kostenprofiel, namelijk:

  1.      kleinschalig zon op dak (15 kWp tot 1 MWp),
  2.      grootschalig zon op dak (daksystemen vanaf 1 MWp)
  3.      grootschalig zon op veld/water (veldsystemen vanaf 1 MWp).

De SDE+ bijdrage aan zon projecten op land ligt lager dan dat van zon op dak vanwege de overwegend gunstigere business-case. Uit cijfers blijkt dat tot mei 2019 meer dan 170 projecten groter dan 1 MWp met behulp van de SDE+ subsidie zijn gerealiseerd en dat er nog 1.150 projecten in de pijplijn zitten.

Er zijn echter serieuze uitdagingen bij de inpassing van windparken en zonneweides. Bij de ontwikkeling van deze vormen van hernieuwbare energie op land, zeker in een dichtbevolkt land als Nederland, zijn zaken als ruimtelijke inpassing, landschapswaarden, financiële participatie en biodiversiteit belangrijke vraagstukken. In dit kader ontstaat steeds meer publieke weerstand tegen de aanleg van wind- en zonneparken op land. Zo is in de motie Dik-Faber uit 2018 al opgemerkt dat er vanuit verschillende maatschappelijke partijen wordt gepleit voor een ruimtelijk afwegingskader, een zgn. zonneladder, voor het inpassen van zonne-energie. De zonneladder is een belangrijk niet-dwingend instrument, omdat in de huidige SDE+ subsidie toewijzingsmethodiek geen rekening gehouden wordt met eventuele indirecte kosten van projecten, zoals bijv. de kosten die netbeheerders maken t.b.v. netverzwaring. Dit type kosten wordt momenteel afgewenteld op de elektriciteitsgebruiker c.q. de maatschappij.

 De Universiteit Wageningen heeft onderzoek naar de opbrengst van een zonneweide : “ Wat levert een Zonneweide per ha op?” Zie bron https://edepot.wur.nl/336567.

Op basis van dit onderzoek concluderen ze, dat op efficiënt ingedeelde zonneparken een vermogen van 0,5 MWp (megawattpiek) per ha te realiseren is, waarmee onder ideale  omstandigheden 1.000 kWh per KWp per jaar aan stroom is op te wekken. Dat is een stroomopbrengst van 500 MWh per ha, ongeveer het verbruik van 150 huishoudens. Waarom zonneakkers bij lange na niet voldoende energie leveren is daarmee duidelijk. Een zonnepark van 100 ha levert per jaar niet meer dan 100 x 500 MWh = 50.000 MWh per jaar. Dat lijkt veel, maar energetisch stelt het weinig voor. Het  komt neer op 32 draaiuren van de Eemshavencentrale.

Zonnepanelen op daken

Met een beperkte investering, die zich in ongeveer 5-7 jaar terugverdient, is de aanschaf  van zonnepanelen nuttig en betaalbaar om het eigen elektraverbruik terug te brengen.

Dit gaat op zolang  de zogenaamde salderingsregel nog geldig is: namelijk de opbrengst in het voorjaar en in de zomer is hoger dan het eigen verbruik ,  in de winter, als wij meer stroom verbruiken  is de opbrengst zeer laag. De meeropbrengst van de zomer  mogen wij nu aftrekken van het totale verbruik.

Zoals het er nu naar uitziet wordt deze m.i.v. 2022 trapsgewijs afgebouwd tot 0 in 2030.

In dat geval wordt de terugverdientijd veel langer.

Zeker als wij  meer (hybride) warmtepompen gebruiken en meer elektrisch gaan rijden is dat zeer nadelig. Dit maakt de investering voor een warmtepomp en elektrisch rijden minder aantrekkelijk.

Als op daken van bedrijven en andere grote gebouwen  het doel is om het eigen elektriciteitsgebruik te dekken dan is dat prima, maar ook hier is de salderingsregeling van belang.

Als er in de zomer echter veel overcapaciteit is en er veel wordt terug geleverd aan het net, dan ontstaan er nu al capaciteitsproblemen op het net. In dat geval wordt de prijs voor de levering nihil of wordt door de netbeheerder zelfs afgeschakeld.

Daarvoor gelden dezelfde argumenten als bij grootschalig leveren aan het net door zonneweides en windmolens.

De nadelen van grootschalige zonnepanelen

Nederland heeft een aantal nadelen, die het plaatsen voor grootschalige zonnepanelen op het land nadelig beïnvloeden.

Wij liggen op een ongunstige breedtegraad, waardoor er in de wintermaanden weinig opbrengst is, ’s nachts uiteraard niets en in de overige tijd als er niet teveel wolken zijn.  Bij piekopbrengst is er weer teveel aanbod.

Dit betekent dat er altijd een back-up moet zijn van fossiel gestookte centrales, die helaas weer C02 uitstoten.  Bovendien moeten deze centrales continu op- en afschalen om aanbod en vraag in evenwicht te houden.  Een moeizaam en kostbaar proces.  Een centrale die gelijkmatig produceert is veel zuiniger dan steeds weer moet op- en afschalen.  Vergelijk het met een auto die constant rijdt of remt en optrekt.

Ons kleine overvolle land kan zijn grond veel beter gebruiken voor, natuur, landbouw, bewoning, wegen en recreatiegebieden.

Ook bestaat er twijfel over de gevolgen voor het bodemleven, als er alleen maar schaduw is. Daardoor zal de bestaande beplanting verdwijnen en door de afrastering van zonneweides is het gebeid ontoegankelijk voor de meeste diersoorten.

Praktijkvoorbeeld netproblemen

Er wordt voorlopig geen besluit genomen over het verder in eigen beheer ontwikkelen van de zonneweide aan de Jaagweg in Berkhout. Er is op dit moment teveel onzekerheid over de kosten van de netaansluiting en de grondstoffen. 

Het college van de gemeente Koggenland zegt meer tijd nodig te hebben om het raadsbesluit grondig voor te bereiden. “Het is ontzettend belangrijk dat we voldoende tijd nemen om alle feiten te kennen, voordat we een weloverwogen beslissing kunnen nemen”, aldus wethouder Rosalien den Dolder.

Volgens de wethouder stijgen de kosten voor grondstoffen de pan uit, maar er is ook veel onduidelijk over hoeveel een netaansluiting kost. Dit laatste komt vooral doordat Liander weinig capaciteit meer heeft op het energienetwerk. “Er is nog plek op het onderstation in Midwoud, maar dat is 15 kilometer verderop. En dan moet je nog met kabels onder de A7 en twee spoorlijnen door. Liander geeft geen enkele indicatie over hoeveel dat kost, maar het zal heel veel zijn.”

Nog wel rendabel? 

Door de stijgende kosten, is de vraag ontstaan: is de komst van de zonneweide nog wel rendabel? Dat vraagt de wethouder zich zelf ook af. Daarom moet er volgens haar meer informatie op tafel komen. Er moeten gesprekken met Liander en provincie gevoerd gaan worden. “We willen samen met de provincie tijd nemen om zorgvuldig en weloverwogen een beslissing te nemen en een realistische businesscase op te stellen”, aldus Den Dolder. 

Daarnaast hoopt de gemeente dat de provincie niet op zoek gaat naar een andere marktpartij. Een marktpartij zal dezelfde risico’s en onzekerheden tegenkomen en moet
keuzes maken. De gemeente loopt dan het risico dat juist de zaken die wij heel
belangrijk vinden, zoals participatie en landschappelijke inpassing, onvoldoende
prioriteit krijgen.

Uitkomst voor tegenstanders? 

De VVD hield begin dit jaar nog een peiling onder de inwoners van Berkhout, waarop in totaal zo’n 250 mensen reageerden. Een meerderheid liet toen weten niet blij te worden van een zonneweide in het dorp. Ook actiegroep Berkhout is boos’ is tegen de komst van de zonneweide, omdat het ten koste gaat van kostbare agrarische grond. Zij zijn dan ook blij dat het plan voor nu even geparkeerd is. “Het is een stap in de goede richting”, aldus Annet Wood van de actiegroep. 

Voor de stichting Koggenland Energie Neutraal, die eerder dit jaar met een alternatief plan voor een zonnepark kwam, zegt dat ze niet anders kunnen doen dan afwachten.